Dit jaar kon de sluitingstocht weer doorgaan. Ook al had ik met de club al meerdere tochten gevaren dit jaar, ik keek er weer naar uit. Sabrina en Dirk hadden als routebedenkers hun oog laten vallen op een vaartocht langs de molens van Kinderdijk. Top natuurlijk, want hoe Hollands willen we het hebben. Vanwege, om hen moverende redenen, waren er enkele afzeggingen en bleef er een knus groepje van 6 vaarders over.
De tocht begon met wat ‘rimpeltjes’, zoals een lampje van de kar die het niet wilde doen waardoor we iets later dan gepland konden vertrekken en onduidelijkheid omtrent de aanrijroute waardoor we via een omweggetje aankwamen bij de instapplaats bij de Zijdebrug tussen Oud-Alblas en Streefkerk. Ondanks dit alles werd met goede moed en goed humeur gezamenlijk de boten van de kar geladen, zodat na het herstellen (met een houtje vastzetten) van de skeg van Louis zijn boot de tocht aangevangen kon worden. Het zag er qua weer goed uit. Weinig wind, lichte bewolking en af en toe zelfs wat zon. Na ruim 3/4e uur begon ik mij toch af te vragen of we wel alsnog de juiste instapplaats hadden gevonden, want er was geen molen te zien. Alleen riet langs de zijkanten en een windmolen, maar die is toch echt te jong voor Kinderdijk lijkt mij. Na een korte koffiepauze aan een steiger werd na enige tijd varen om de bocht een hele rij molens zichtbaar.
Wat een prachtig gezicht, zo vanaf het water. Velen waren gebouwd in 1740, waardoor al snel de conclusie getrokken werd dat de polder in die tijd voor het eerst werd drooggemalen. Google leert ons het volgende:
In 1738 werden bij Kinderdijk, de meest noordwestelijke punt van de Alblasserwaard en de plaats met de laagste waterstand buiten de polder, acht molens gebouwd. Deze molens verplaatsten het water uit de Alblasserwaard (met een oppervlakte van 24.000 ha) in twee trappen. Eerst werd het water van een lage boezem (het polderniveau) naar een hoge boezem die door de gehele Ablasserwaard liep, gepompt. Bij de tweede trap werd het water naar het reservoir gepompt. Hier vandaan werd het water via sluizen in de rivier gelaten als het water daar het laagste punt had bereikt. Bij een te hoge rivierstand werd het overtollige water tijdelijk in de hoge boezems opgeslagen. De bemaling werd geregeld met de seinen van de peil- en seinmolens. Bij de peilmolen werd de boezemstand gemeten. Met vlaggen werden de gegevens doorgeseind naar de seinmolens, die daarna het water oversloegen of daarmee juist stopten.
De molens van Kinderdijk zijn op één wipmolen na allemaal zogenoemde grondzeilers, windmolens die vanaf de grond worden bediend. Twee jaar na de bouw van de eerste acht molens werden in 1740 nog eens acht met riet bedekte windmolens geplaatst.
Na het nemen van meerdere foto’s door onze groep voeren we door naar de museummolen, alwaar een terras voor lunch zou zijn. De museummolen was er, helaas geen terras, dus geen uitsmijter. Soit, dan maar de zelf meegebrachte boterhamen of Sultana crackers genuttigd.
Tijdens de lunch met fantastisch uitzicht op de diverse molens, was er veel aandacht voor de boot van Dirk. Een meiske van naar schatting 1,5 jaar wilde in zijn boot klimmen. Dirk had daar geen bezwaar tegen en nadat er wat foto’s van gemaakt waren wilde het meiske geen afstand nemen van de boot van Dirk.
Al krijsend tilde de vader haar uit de boor en nam haar mee. Wellicht wordt het meiske een nieuw enthousiast clublid voor over ca. 20 jaar. De vaartocht terug ging, ondanks een tweede reparatie van de skeg van Louis zijn boot en wachten op ondergetekende omdat die te veel mailtjes kreeg en deze tussendoor op het water ging lezen, voorspoedig. Al met al weer een geslaagde Sluitingstocht, waarbij we allen rond 17.15 uur bij de loods terugkeerden en konden terugkijken op een gezellige dag. Met dank aan de routebedenkers/-uitzetters.
(Wouter van Hekken)